Ik was in slaap gevallen op het voordek van de boot van Siem Reap naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Je vaart dan over het Tonlé Sap meer. In regentijd groter dan de helft van Nederland. We deden er ongeveer zes uur over en ik was helemaal rood verbrand. Onderweg legden we aan bij een klein vissersdorpje om wat te gaan eten.

Onder het eten keek ik naar een oud mannetje met een kromme rug. Hij droeg een oud grijs jasje met een beige pet. Aan zijn rechterhand fonkelde een blauwe zegelring. Hij stond aan de rand van het water en keek over het meer. Hij bracht ineens zijn handen langzaam naar zijn mond en maakte een raar, hard kloekkloek-geluid. Dat deed hij drie keer. In de daaropvolgende minuten overspoelden honderden, misschien wel duizend eenden de waterkant. Ik wist niet wat ik zag en keek het streekmeisje dat naast me zat te spelen met haar armbandje, verbaasd aan. Ze lachte terug.

Er volgde terstond één groot gespetter in het water vergezeld door een kakofonie van eendengekwaak. Eenden vind ik sowieso leuke beestjes. Het is de enige vogelsoort die loopt alsof ze de hele dag paard heeft gereden. Enfin. Het oude mannetje pikte een willekeurige eend eruit en heel liefdevol pakte hij haar op en stopte haar onder zijn stoffig grijze jasje. Het mooi gekleurde kopje van de eend stak ter hoogte van zijn borst naar buiten. Wederom bracht de man beide handen naar zijn mond en een tweede raar, hard geluid overstemde het eendengekwaak. Plotsklaps was het één groot geroezemoes in het water en alle eenden maakten zich uit de “voeten” en vlogen weg.
Het mannetje liep over de steiger onze kant op. Onder het lopen pakte hij de eend onder zijn jasje vandaan, aaide het beestje een paar keer en brak vervolgens, vergezeld door een laatste kwaak, zijn nek. We waren met stomheid geslagen. Ik stond op en al kauwend op mijn kip-curry liep ik het mannetje achterna. Hier moest een verhaal achter zitten en ik zou het te weten komen ook.

Ik haalde hem in en in mijn beste gebarentaal -engels spreken ze hier nauwelijks- vroeg ik hem waarom hij de eend zijn nek had gebroken. Aangezien hij verbaal niet in staat was het me uit te leggen nam hij me mee naar zijn houten paalhuisje op het water. Hier zou alles duidelijk worden. Eenmaal binnen liep een tiental kuikentjes onder luid gepiep hem tegemoet en hield halt bij zijn slippers.

Verderop zag ik een tiental eenden in een soort broedhok op een ei zitten. Hij maakte me duidelijk dat als een ei op barsten stond, hij de moeder snel van het ei af trok. Vervolgens ging hij met zijn gezicht voor het uitkomende ei zitten en zorgde ervoor dat hij degene was die het kuikentje als eerste zou zien. Zoals jullie weten wordt diegene die het kuikentje, nadat ze uit het ei is gekomen, als eerste ziet, geacht de moeder to be te zijn. Het kuikentje zal je daarna continu volgen. Overal waar je ook maar heen gaat.

Zich geheel inlevend in die moederrol had hij dus heel wat kuikentjes opgevoed en hen geleerd met een kloekkloekgeluid te komen en te gaan wanneer hij dat wilde. In de laatste jaren had hij dus zodoende honderden eenden getrained. De oude geeltandige rotzak bestierde warempel aan huis een lucratief eenmans eendenzaakje en verkocht na de slacht de eenden aan de mensen uit zijn dorp !

Ik stond versteld van zijn uiterst inventieve manier van “running a business”. Hij hoefde de diertjes niet te voeren en hij hoefde niet te jagen. Het enige wat hij hoefde te doen was éénmaal per dag naar de kant van de rivier te lopen en zijn brul te laten horen. Nietsvermoedend kwamen de eenden dan regelrecht naar hun “moeder” die hun vlak na hun geboorte zoveel warmte en liefde had gegeven. Magnificent !! 😎
Moraal van het verhaal: het geluk fladdert in het rond. Grijp je kans ! 😉

Binnenkort zullen ook reportages verschijnen van de Bamboo-train in Battambang, ’s werelds meest bezochte plek: de tempels van Angkor Wat in Siem Reap en de Killing Fields nabij Phnom Penh van de Rode Khmer.
