Graf met de handjes

Zij katholiek, hij protestant. Zij van adel, hij een militair. Zij 22 jaar oud, hij 33. Tijdens hun trouwdag in 1842 moesten soldaten de orde bewaken omdat het volk het niet met hun huwelijk eens was vanwege het grote verschil in leeftijd, afkomst en geloof. Destijds gold: “twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen”.

Toen de man na een goed huwelijk van 40 jaar, in 1880 stierf, werd zijn graf op een wel heel aparte plek geplaatst nl. tegen de muur van de begraafplaats. Acht jaar lang hield dit de gemoederen in Roermond bezig. Wat was men hier van plan ? Waarom liet de weduwe het graf van haar man op deze plek neerzetten ? Daarna werd het snel duidelijk. Toen de vrouw in 1888 overleed plaatste men eenzelfde graf aan de andere zijde van het muurtje maar dan op het katholieke gedeelte van het kerkhof wat door een hoge muur gescheiden was van het protestantse gedeelte . Doordat de symbolische hand van de vrouw de hand van haar man vasthoudt wilde ze het volgende statement maken: “géén geloof, géén leeftijd, géén afkomst houdt ons uit elkaar. Wij zijn voor de eeuwigheid met elkaar verbonden.

Op de begraafplaats staan nog meerdere bijzondere graven. De begraafplaats oogt niet onderhouden. Planten zijn her en der uitgegroeid tot echte bomen en drukken hekwerkjes en grafstenen opzij. Sommige stenen dekplaten zijn kapot en je kijkt als het ware het graf naar binnen. Grafstenen zijn overwoekerd met onkruid of staan scheef. Toch heeft dit op mij wel een bepaalde aantrekkingskracht. Er staat zelfs een heel sober grafje met een houten kruis. Diegene die daar ligt is nog géén één jaar oud geworden. In 1964 is deze baby gestorven. En laat nu net op dit graf een kaarsje branden. Stel de moeder van dit kind was in 1964 22 jaar oud. Dan is ze nu 78 jaar oud. Zou zij nog iedere week naar het graf komen om een kaarsje aan te steken ? Ga anders eens zelf kijken naar deze mooie begraafplaats.

Het “oude kerkhof” ligt in Roermond. Als je het kerkhof binnenkomt ga je meteen naar links het pad af. Je komt de graven van jonkvrouwe van Aefferden en kolonel van Gorkum vanzelf tegen.

Kopieer de volgende GPS van de graven in google (51.181389, 6) en druk op “ok”.

Het graf met de handjes gezien vanaf de zijde van het graf van de vrouw
Het graf met de handjes gezien vanaf de zijde van het graf van de man
Een plantje wordt een boom. De boom drukt de grafsteen van zijn plek
Overwoekerde kruisen
De begraafplaats is niet zo goed onderhouden maar daardoor reuzeinteressant
Een boom duwt het grafdeksel omhoog. Je kijkt het graf in.
Sommige graven kun je gewoon naar binnen kijken

De twee graven hieronder zijn van twee Limburgse verzetshelden: Albertus Reulen en zijn maat Sjaak Frencken. Albertus woonde in Roermond. Zoon van slager Theodoreus Henricus Reulen (8 april 1886 Roermond – 15 november 1918 Roermond) en Mechtildis Hubertina van Lier (22 september 1891 Maasniel). Ongehuwd. Slagersknecht/fabrieksarbeider. Rooms-katholiek. Lid verzet behorend tot de Ordedienst, LO, KP-Roermond en KP-Alkmaar en opererend onder de schuilnaam Bèr. Reulen werkte samen met Jacobus Petrus Hubertus Frenken (7 november 1921 Urmond). De twee vergezelden gevluchte krijgsgevangenen over de Maasbrug of zetten hen met een roeibootje de Maas over. Later raakten zij ook betrokken bij de hulp aan krijgsgevangenen. Samen met de Maastrichtse kantoorbediende J.M.P. de Bie vormden zij de slechts drie koppen tellende KP-Roermond. Het trio werd ingeschakeld voor een overval op het gemeentehuis in Haelen, waar ambtenaren in problemen dreigden te komen, omdat ze verkeerde persoonsbewijzen aan de LO hadden afgegeven. Bij de overval op 18 februari 1944 was Reulen gekleed in een Duits officiersuniform. Hij vroeg in het Duits of hij mocht bellen. Zo kwamen de overvallers binnen, waar zij ongeveer zeshonderd PB’s, 2650 PB-zegels, distributiekaarten en 98 gulden buit maakten. De burgemeester en de wethouder verdwenen in de kluis en een deel van het bevolkingsregister in de kachel. Aangezien de districtsleiding van de LO en geestelijk verzetsleider Jan Leonard Moonen (‘Oom Leo’), de secretaris van het bisdom Roermond, grote moeite hadden met gewelddadige verzetsactiviteiten, hadden de leden van de KP weinig te doen en verkasten zij naar Noord-Holland, waar zij voor de KP Alkmaar gingen werken. Zij deden mee aan overvallen op het gemeentehuis in Venhuizen op 28 maart 1944 en het gemeentehuis in Heiloo op 12 mei van dat jaar. Tien dagen later werden ze in Amsterdam gearresteerd. Ze waren naar de hoofdstad gestuurd om twee wapens op te halen. ‘Elsje’ Ijzerdraat, een medewerkster van de Alkmaarse KP-leider Fritz Gerhard Marie Conijn, wilde de wapens liever niet op het station aan hen overhandigen. Ze stelde het duo daarom voor mee te gaan naar een adres in de Van Breestraat, waar ze bonnen moest afgeven. Dat adres was evenwel na een tip door landwachters bezet. Frenken en Reulen werden door het Polizeistandgericht ter dood veroordeeld en nog diezelfde dag in het duingebied bij Overveen met vijf anderen geëxecuteerd. Postuum kregen beiden bij Koninklijk Besluit 54 d.d. 10 april 1953 het Kruis van Verdienste en het Eisenhower-certificaat voor de hulp aan neergestorte ploten toegekend. Hun namen staan bovendien op de plaquette op het Raadshuisplein in Maasniel.

Het graf van verzetsheld Albertus Reulen en zijn maat Sjaak Frencken

3 gedachten over “Graf met de handjes

Geef een reactie