Paniek
Roman Hirk was in paniek. Het was 06:00u en hij stond in de crematieruimte. Zijn linkerhand hield hij op het warm watervat dat boven hem hing. Hij had géén lijken meer om te verbranden. Gisteravond werd de laatste gevangene té vroeg verbrand waardoor de boiler nu geen lekker warm water had. Wat moest hij nu doen ? Kampcommandant Egon Zill kwam over twee uur een warm bad nemen. Hij wist dat Herr Zill meedogenloos was. Vorige maand had hij zijn honden een oude man laten verscheuren in zijn tuin. Vanuit zijn zwembad had hij met een sigaar in de mond lachend toegekeken. De oven was nog warm maar hij had niemand om er op te gooien. Hij liep richting de barak waar de gevangenen zaten. Eenmaal binnen kwam hij nazi-anatoom August Hirt tegen. Hij was vandaag ook al vroeg opgestaan om op zoek te gaan naar gevangenen om zijn virus-experimenten op uit te kunnen voeren. Ze stonden beiden in de lange gang. De gevangenen zaten in kleine cellen te wachten tot hun straf voorbij was. Tussen de cellen bevonden zich héle kleine cellen waar je alleen met opgetrokken benen in kon zitten en dus niet in kon staan.

Nacht und Nebel
Gevangenen van ‘Nacht un Nebel’ moesten spoorloos verdwijnen. De familie mocht daarna nooit op de hoogte worden gebracht van het overlijden. Als deze speciale gevangenen ook maar het geringste fout deden kregen ze de doodstraf. Daartoe werden ze vóór hun executie vijf dagen lang opgesloten in dit kleine hok van 1,3 meter hoog wat eigenlijk bedoeld was als verwarmingsruimte voor de cel ernaast. Gevangene Pietersen was een Nederlandse verzetsstrijder en was drie weken lang werkzaam geweest in de steengroeve die graniet moest leveren voor Duitslands nieuwe hoofdstad Germania. Pietersen wist niet dat hij was ingedeeld als gevangene van het ‘Nacht und Nebel project’. Men had besloten dat Pietersen van de aardbodem moest verdwijnen. Men liet hem heel uitputtend werk doen waardoor hij extreem verzwakt was. Na een dag hard werken liep hij over het pad terug naar zijn barak toen een kampbewaker hem richting het onder spanning staande hekwerk duwde. De bewaker in de toren zag dit -zoals afgesproken- als een ontsnappingspoging en opende terstond het vuur. Helaas trof dit niet het gewenste doel en Pietersen belandde alsnog voor de kampraad waar hij ter dood werd veroordeeld.

Executie
Hirk keek in het dossier en zag dat Pietersen over twee dagen zou worden opgehangen. Een gemeen lachje verscheen op zijn mond. Ineens klonken voetstappen in de gang van ‘der Bunker’ en voordat hij er erg in had zwaaide de deur open. Barakoverste Herr Ludendorf vroeg wat Hirk aan het doen was. Stotterend legde hij hem het probleem uit. Ludendorf besloot hem te helpen en voor een aanzienlijk geldbedrag werd de executiedatum twee dagen vervroegd. Terstond werd Pietersen uit zijn veel te kleine cel gehaald en naar Herr Hirt gebracht. Deze maakte met een Fenolinjectie rechtstreeks in het hart meteen een einde aan het leven van deze heldhaftige verzetsstrijder. Het lichaam van Pietersen zat helemaal onder de blauwe plekken. Afgelopen maand was hij tweemaal tot moes geslagen op de martelbok. Deze marteling had hij zonder te schreeuwen doorstaan. Het in het Duits meetellen van de stokslagen was een onderdeel van de straf. De minimum straf was vijf stokslagen maar hij kreeg altijd de maximale straf van 25 stokslagen. Hij dacht alleen maar aan zijn vrouw en drie kinderen in Beverwijk zo had hij zijn martelaar te kennen gegeven. Zijn medegevangenen stonden met tranen in hun ogen toe te kijken als hij geslagen werd. Nu lag hij op een ijzeren brancard en werd de oven in geschoven zodat kampcommandant Zill een warm bad kon nemen. Overigens kwam hij niet opdagen om 08:00 uur. Hij was geveld door de griep en bleef drie dagen in bed liggen.
De handel in as
Om geld te verdienen werd na de crematie de as in urnen gedaan. Deze urnen werden verkocht aan duitse gezinnen waarvan de man aan het front gestorven was. Als een duitse soldaat stierf werd dit niet meteen bekend gemaakt aan de nabestaanden. Na een aantal weken kregen ze te horen dat hun geliefde aan het front gestorven was. Zijn lichaam was inmiddels ter plekke gecremeerd zo werd hun voorgelogen. Indien men de urn met as wilde hebben dienden ze 100 Reichsmark over te maken. In principe kregen de nabestaanden dus een urn met de as van een verbrande kampgevangene. Toen Angelica en ik dit stukje tekst lazen keken we elkaar even zwijgend aan. Dit hadden we nooit voor mogelijk gehouden. Sjonge jonge.

De crematieruimte






Gevangenen


















De villa van Kampcommandant Egon Zill



