Choeung Ek Killing fields
Na mijn ervaring in de Phnom Penh S-21 gevangenis ’s ochtends bracht mijn tuk-tuk-chauffeur mij naar mijn tweede bestemming van de dag: de beruchte Cambodjaanse Killing Fields, gelegen aan de rand van Phnom Penh. Onder leiding van Pol Pot werden er in de jaren ’70 bijna 2 miljoen inwoners vermoord, dat was toen een kwart van de bevolking. Voor Cambodjanen is het nog altijd moeilijk om over hun moorddadige geschiedenis te praten. Naar schatting zijn er allen al 17.000 mensen vermoord op het Choeung Ek-Killing field waar mijn chauffeur me heen bracht. Het grootste gedeelte van de slachtoffers was afkomstig uit de S-21-gevangenis in Phnom Penh.
Beenderen uit de grond
Bij aankomst op de velden kreeg ik een hoofdtelefoon met een zware Engels sprekende mannenstem waar ik naar kon luisteren terwijl ik rondliep op het terrein. De Killing Fields voelen ter plekke nog steeds erg rauw en koud aan ook al was het 33 graden. Terwijl ik rondliep op het terrein werd ik er vriendelijk aan herinnerd geen botjes of stukjes stof op te rapen als ik dit tegen zou komen. Omdat de moorden pas recent zijn gebeurd kan het zomaar gebeuren dat als er veel regen valt beenderen en kleding naar de oppervlakte komen. Deze werden dan verzameld door de toezichthouders van het openluchtmuseum. Na deze waarschuwing keek ik wel uit waar ik liep (!)
Massagraf
Terwijl ik van het ene massagraf naar het andere liep hoorde ik door mijn hoofdtelefoon hoe de gevangenen van de S-21 gevangenis hier ’s nachts staand in een vrachtwagen naartoe werd gereden. Om de gevangenen tijdens de rit van 17 km, kalm te houden, werd hen verteld dat ze naar een andere gevangenis overgebracht werd omdat de S-21 vol was. Bij aankomst werden ze in een houten schuur geplaatst en daarna vastgeketend aan de vloer. Omdat elektriciteit vaak uit viel werd de stroom verzorgd door grote en luidruchtige generatoren die het geschreeuw maskeerden van de mensen die werd vermoord in de velden naast de wachthutten. Toen het hun beurt was, werd de gevangenen in kleine groepjes naar buiten geleid en moesten ze knielen voor de rand van een massagraf. Kijkende naar de bebloede lijken in het massagraf hoefden ze niet langer dan drie seconden te wachten tot hun hoofd van hun romp gescheiden werd door een vlijmscherp kapmes of hun schedel verbrijzeld werd door de slag van een zware hamer. De Rode Khmer wilde geen kostbare kogels verbruiken.
Killing Tree
Toen ik deze boom naderde zag ik veel kleurrijke armbanden die aan de boom hingen en vroeg me af waarom dit was gedaan. Dit gedeelte van de Killing Fields raakte me het meest. Hier werden baby’s en kleine kinderen aan hun voeten vastgehouden en met hun hoofd tegen de boom doodgeslagen. Dit werd gedaan zodat zij in de toekomst geen wraak konden nemen voor hun gedode ouders, broers en zusjes. De armbanden deden dienst als een soort gedenkteken van alle kinderen die hier zijn gedood. In het gebouw zelf hebben ze zoveel mogelijk schedels en botresten bewaard. Op de eerste paar planken staan 5000 schedels van vermoorde mensen op elkaar gestapeld. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat de meeste schedels schade hadden aan hun schedel. Wellicht toegebracht door een kapmes of een hamer.
De Killing Fields zijn eigenlijk een vreselijke plek om te bezoeken. De site zelf is groot en het kostte mij ongeveer drie uur om alles te zien. Ik was helemaal klaar met vandaag.
Tuol Sleng Genocide Museum
Tussen 1975 en 1979 beleefden de inwoners van Cambodja een gruwelijke periode waarin 25% van de bevolking, werd vermoord door Pol Pot en zijn regime van de Rode Khmer. ´s Ochtends vroeg bracht ik een bezoek aan de S-21-gevangenis, een beruchte instelling waar tussen 1969 en 1975 tussen de 17.000 en 20.000 mensen werden opgesloten en gemarteld voordat ze werden vermoord in de nabijgelegen Killing Fields. Toen ik bij de gevangenis aankwam, was ik verbaasd door de ligging en de nabijheid van de Cambodjaanse buitenwijken. Echt héél dichtbij de bewoonde wereld. De locatie is eigenlijk ook logisch toen ik besefte dat de gevangenis oorspronkelijk een school was. Terwijl ik door de gevangenis liep, ging ik elke kamer stilletjes binnen. De eerste ruimte was een kleine kamer, kaal en vervallen, afgezien van een roestig oud bedframe, een emmer en wat gereedschap dat op de vloer lag. Ik keek naar links en besefte al snel wat hier gebeurde was. Aan de muur links hing een foto van de kamer toen deze voor het eerst werd bevrijd. De kamer op de foto zag er uit zoals hij er nu uitziet, afgezien van het lichaam dat destijds half op bed en half op de grond lag.
Op de dag dat de gevangenis werd bevrijd, waren er slechts zeven overlevenden van de 17.000 – 20.000 gevangenen die hier hadden gezeten. Helaas voor de bewoner van deze kamer kwamen de bevrijders slechts enkele uren te laat. Ik kon op de oude foto zien dat het bedframe wat er nu stond, het originele frame was. De emmer, waarvan ik aanvankelijk dacht dat het een toilet was, bleek een vat te zijn waarin lichaamsvloeistoffen en organen die uit het lichaam werden gemarteld, werden gestopt. Daarbij werd gebruik gemaakt van de gereedschappen die her en der op de grond lagen. De eerste kamers die ik bezocht waren martelkamers, de tweede verdieping was meer een afdeling voor de ‘veroordeelden’. Veroordeeld tot de dood werd je al als je had laten blijken dat je het regime niet vertrouwde. Goed opgeleide mensen, intellectuelen, leden van de vorige regering en de politie. De Rode Khmer wilde iedere vorm van intellect uitroeien en de bevolking in een agrarische samenleving veranderen om zodoende de armen en ongeschoolden onder controle te houden.
Het tweede gebouw was grotendeels hetzelfde. In de kamers hingen foto´s met de gezichten van de slachtoffers. De Rode Khmer was, net als de nazi’s, heel nauwkeurig bezig geweest in het documenteren van hun moorden. Iedereen die de gevangenis binnenkwam, werd gefotografeerd en gedocumenteerd en hier in deze kamer stonden ze me vanaf de muur aan te staren. Honderden foto’s in rijen, waaronder veel kinderen. Allemaal met verschillende uitdrukkingen; sommigen waren bang, sommigen verward, sommigen waren zich nog niet bewust van wat er ging gebeuren en degenen die dat wel wisten leken zich te berusten in hun lot . Ik zag ook foto´s van de gezichten van de bewakers van de gevangenis. Het waren zeer jonge mannen die de wrede taak kregen landgenoten te martelen en te vermoorden.
In totaal bleef ik twee uurtjes in de S-21 en toen vertrok ik naar de Killing Fields. Terug naar mijn vriendelijke tuk-tuk-chauffeur die vroeg of ik een leuke ochtend had gehad 🙁
The Landmine Museum, Siem Reap
Het Landmine Museum bezocht ik vorige week in Siem Reap. Een jonge Khmer-dude genaamd Aki Ra wilde alleen met zijn stok heel Cambodja landmijnvrij maken. Hij nam de mijnen mee naar huis en maakte ze onschadelijk aan de keukentafel. Hij vulde snel zijn hele huis met mijnen en begon toeristen een dollar te vragen om zijn collectie te mogen zien. Aki gebruikte het geld om hulp te werven voor zijn onderneming en het Landmine Museum was geboren. Omdat het allemaal een bieteke te gevaarlijk werd sloot de regering zijn museum. Een tijdje erna werd een nieuw museum geopend en de opbrengsten van de museumrondleidingen en merchandise worden gebruikt om alle meer dan 4 miljoen landmijnen die nog steeds bestaan, te vinden en buiten gebruik te stellen.